Tennis lijkt misschien makkelijk; je slaat een balletje over een net en wint een punt wanneer de ander de bal niet terug weet te slaan. Maar vrijwel iedereen weet dat de puntentelling niet te volgen is (15? 30? 40?!), laat staan dat men alle regels (en uitzonderingen) kent.
Bij LTV Dommelen hoef je écht niet al die regels uit je hoofd te kennen. Sterker nog, zelfs zonder enige kennis ben je van harte welkom.
Wil je toch iets meer weten over hoe het een en ander nu precies werkt?
Hieronder leggen we het je kort uit (met hulp van de KNLTB).
Spelregels Tennis
De spelregels van tennis zijn bepaald door de Internationale Tennis Federatie (ITF). Ze gelden voor zowel mannen als vrouwen en zijn in Nederland vastgelegd in een speciaal document. Klik op de knop hiernaast voor het complete document.
Bij tennis moet de bal over het net op de speelhelft van de tegenstander(s) worden geslagen. Het doel is om het de tegenstander(s) onmogelijk te maken de bal op dezelfde wijze terug te slaan. Lukt het de tegenstander niet om de bal voordat hij een tweede keer de grond raakt binnen de lijnen terug te slaan, heb jij een punt. Sla jij de bal buiten het speelveld óf lukt het niet de bal (op tijd) terug te slaan, verlies je een punt. Natuurlijk moet de bal ook óver het net gaan. Een hele uitdaging dus.
Game, set en match: de puntentelling bij tennis
Er is één persoon die serveert gedurende de hele game. Pas wanneer een game klaar is, wordt er gewisseld van service.
Elke keer dat je een punt wint, ben je een stap dichter bij een game.
Een game behaal je in minimaal 4 stappen; 15 – 30 – 40 – GAME
Bij een gelijkstand van 40 – 40, spreken we van ‘deuce‘. Omdat je bij tennis met een verschil van minimaal 2 punten een game kunt winnen, zal er na ‘deuce’ gesproken worden van voor- of nadeel (afhankelijk van wie het punt wint). Wint dezelfde persoon een tweede punt, is de eerste game binnen. Verliest die persoon het tweede punt? Dan ga je terug naar deuce.
Heb je als eerste speler 6 games gehaald met een verschil van 2 games, krijg je een set en begin je weer met 0-0 aan een volgende set. Lukt het niet om met een verschil van 2 games te winnen, wordt er bij een 6-6 stand een tiebreak gespeeld.
Heb je twee sets gewonnen? Dan spreken we van een ‘match’ – Gefeliciteerd! Jij bent de winnaar van de wedstrijd.
Enkelspel en dubbelspel
Je speelt tennis normaliter met 2 of met 4 spelers. Dat noemen we enkelspel en dubbelspel. Afhankelijk van deze speelvormen, zijn er verschillende posities op het veld voor de spelers. Je begint altijd vanuit de rechterkant en wisselt na elk punt.
Wat de beste posities zijn of hoe je vanuit jouw positie het spel kunt opbouwen, leer je tijdens trainingen.
de Tiebreak
De Tiebreak is een wedstrijdonderdeel dat menig tennisser grijze haren bezorgt. Het is de beslissende telling voor de uitslag van een set en het kent weer allerlei andere regels.
Zo wordt er nu gewoon per punt geteld; 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7
En wordt er om en om geserveerd; Eerst speler A die serveert vanuit de rechterkant van het veld. Dan speler B die serveert vanuit de linkerkant en daarné de rechterkant van het veld. Daarna is weer speler A (of speler C, in een dubbelspel) vanuit de linkerkant én de rechterkant. Om vervolgens weer speler B (of speler D in een dubbelspel) hetzelfde te laten doen.
Dit gaat door totdat er iemand als eerste 7 punten behaald met een verschil van 2 punten. Is er geen verschil van 2 punten, wordt er doorgespeeld zoals hiervoor beschreven.
De lijnen van het veld
Een tennisveld is opgebouwd door vele lijnen. In een dubbelspel worden alle lijnen gebruikt. In een enkelspel valt de strook aan de zijkant weg (deze strook wordt ook wel de tramrails genoemd).
Valt een bal tijdens een rally op een van de buitenste lijnen die gelden voor een dubbel- of enkelspel, dan telt deze als in.